Ik kan me voorstellen dat veel mensen niet zo van grapefruit houden, maar ik vind het één van de lekkerste en apartste fruitsoorten. Ze hebben een hele unieke smaak. In Kroatië hadden ze ook heerlijk fris grapefruitbier, echt één van mijn favoriete biertjes! Toen ik een week geleden weer ’s wat grapefruits had gekocht en er eentje aan het opeten was, deed het vruchtvlees me een beetje denken aan zalm. En tadaa het idee voor dit gerechtje was geboren. Het ziet eruit als tartaar van zalm, maar is toch echt een vegavariant. Deze tartaar van grapefruit is heel licht en lekker fris, waardoor je daarna ook de overige gangen met gemak aan kan. En dat is rond kerst wel mooi meegenomen.

Ingrediënten

(4 personen)

• 2 grapefruits
• 2 tl crème fraiche
• 1 avocado
• 1 sjalot
• 12 centimeter komkommer
• Zout

Bereidingswijze

1. Halveer de grapefruits en lepel ze uit. Zo neem je de stugge vliesjes niet mee. Trek de partjes uit elkaar, zodat je allemaal mooie losse vezeltjes hebt.
2. Snijd de avocado in hele kleine blokjes en snipper de sjalot. Rasp de schil van de komkommer en snijd doormidden. Haal met een lepel de vruchtjes eruit en snijd ook de komkommer in kleine blokjes.
3. Knijp de grapefruitvezeltjes uit, en vang het sap op. Meng alle ingrediënten (behalve het sap) door elkaar. Meet porties af en serveren maar! Als je tartaar op het bord ligt druppel je er nog 1 of 2 theelepeltjes van het sap overheen en een beetje zout. Als je de ’tartaar’ met wat rucola wilt serveren kan je ook de rucola nog even door wat grapefruitsap halen.